Woordelijke verslagen van mijn vragen/tussenkomsten in VLAAMS PARLEMENT
Wil je rechtstreeks op de hoogte blijven van mijn initiatieven in het Vlaams Parlement? DAT KAN!
Klik op deze link en je krijgt de info rechtstreeks in jouw mailbox.
—— hieronder wordt op regelmatige basis mijn tussenkomsten aangevuld —-
COMMISSIE CULTUUR /// Mijn vraag over over de evaluatie van de Poëzieweek - 6 februari 2025 (volledige verslag lees je hier)
Toen de Vlaamse dichter Herman de Coninck, die ook voor de klas stond als leerkracht, van een van zijn leerlingen de vraag kreeg of ze die poëzie ook moesten kennen voor het examen, antwoordde hij: “Nee, voor het leven.”
De Poëzieweek is gisteren afgerond. Ze vond plaats van 30 januari tot 5 februari, met als startpunt Gedichtendag. We hebben hier in de commissies allemaal een gedicht voorgelezen. Het was fijn om de insteek van iedereen te zien. Al jaren is de Poëzieweek een van de grootste literaire campagnes in ons taalgebied, met vertakkingen naar culturele centra, onderwijs, bibliotheken, boekhandels, uitgeverijen, media en misschien zelfs naar de Gentse flikken, maar dat zou ik moeten verifiëren. Maar de campagne gaat nog breder. Tijdens de Poëzieweek gingen tal van middenveldorganisaties uit de culturele en sociale sector, maar ook tal van bedrijven en creatieve makers aan de slag met poëzie en dat zowel in Vlaanderen als in Nederland. Je kon gedichten tegenkomen op ramen, bij de bakker, in de supermarkt en zelfs in de crèche. Het is een heel mooi voorbeeld van hoe poëzie en literatuur voor een maatschappelijk en verbindend draagvlak kunnen zorgen.
Minister, ik heb de volgende vragen voor u: erkent u de kracht van poëzie en de meerwaarde van de campagne Poëzieweek? Hoe evalueert u deze campagne?
Hoe zult u de kunstdiscipline poëzie – en bij uitbreiding de volledige literaire sector – ondersteunen en welke specifieke rol ziet u hierbij voor Poëziecentrum?
De voorbije jaren heeft slampoetry een vlucht genomen, waardoor heel wat jongeren met poëzie aan de slag gaan en waardoor er heel wat kruisbestuivingen ontstaan, bijvoorbeeld met hiphopmuziek en rap. Hoe kijkt u naar deze kunstvorm en de evolutie daarvan?
Zoals collega Degrande al aanhaalde, valt de Poëzieweek samen met de Week van de Belgische Muziek. Minister, kunt u met de sector bekijken of het wel slim was om die op hetzelfde moment te laten doorgaan? Als ze apart plaatsvinden, is er misschien meer aandacht voor beide initiatieven.
————————————————————-
COMMISSIE CULTUUR /// Mijn vraag over Oscarnominaties voor producties met een Belgisch tintje - 6 februari 2025 (volledige verslag lees je hier)
Recent werden verschillende producties waaraan Belgische talenten en productiehuizen hebben meegewerkt, genomineerd in zeer prominente categorieën van de Oscars. Ik denk dan vooral aan de film ‘Emilia Pérez’, een Belgische coproductie waaraan veel Belgische acteurs en medewerkers hebben meegewerkt, die genomineerd is voor Beste Film. Er zijn ook Vlaamse producties: de korte animatiefilm ‘Beautiful Men’, de Belgisch-Franse documentaire ‘Soundtrack to a Coup d’Etat’ en de Vlaamse coproductie met Nederland ‘Wander to Wonder’, een stop-motionfilm.
Deze nominaties zijn altijd een erkenning voor onze creatieve sector, maar ook een bevestiging van de gigantische weelde aan internationaal talent en internationale kwaliteit in onze Belgische en Vlaamse filmindustrie.
Minister, welke rol heeft de Vlaamse overheid gespeeld in de totstandkoming van deze producties?
Hoe zal de Vlaamse Regering deze erkenning benutten om de film- en culturele sector verder te versterken en internationaal te promoten?
Zijn er bijkomende plannen om talent en productiehuizen in de audiovisuele sector verder te ondersteunen?
————————————————————-
COMMISSIE MEDIA /// Mijn tussenkomst over de streamingscijfers van de Vlaamse muziekindustrie - 6 februari 2025 (volledige verslag lees je hier)
Ook vanuit onze fractie bedankt voor het uitgebreide antwoord, minister, en de fijne inzichten en het engagement dat u hebt uitgesproken ten aanzien van VRT. Uw hart voor muziek klopt heel duidelijk. Het is dus fijn om daar samen aan verder te bouwen.
Iedereen begint te glimlachen als het over muziek gaat. Dat toont de schoonheid van onze sector. Maar na de Week van de Belgische Muziek die we gevierd hebben, hebben we ook gezien hoe precair onze sector is. Daar moet ik geen tekening bij maken. Door streaming zijn voor velen al een tijdje de inkomsten van platenverkoop en zo marginaal geworden. Ik heb zelf nog een tijd meegemaakt in de beginjaren 2000, toen ik opkwam, dat er nog veel cd’s verkocht werden. Maar sindsdien is de inkomstenstroom echt wel verschoven naar live-inkomsten. De link tussen streaming en live-inkomsten, en dus ook de link met de media in het algemeen en de aandacht daarvoor, wordt ook wel opgevolgd. Een programmator van Studio Brussel bijvoorbeeld kijkt ook welke streamingcijfers een artiest haalt, kijkt ook hoeveel mensen naar een videoclip gekeken hebben. Je moet eigenlijk zelf al een heel parcours hebben afgelegd voor je in de traditionele media aandacht krijgt, in de geschreven pers of op de radio.
Die streaming mag dus niet onderschat worden, niet alleen langs de inkomstenzijde, maar ook naar een opstap om meer live te gaan spelen. Daar is toch het dieptepunt bereikt. Ik heb de cijfers er nog eens bijgehaald van de top 10 van artiesten. In Italië bijvoorbeeld zijn de meest gestreamde artiesten in de top 10 alle tien Italiaanse artiesten. In Duitsland zijn acht op de tien lokale artiesten, in Nederland vier op de tien, om naar ons buurland te kijken, en in België, als we het met Eurosong vergelijken: geen ‘douze points’, maar een nul op tien. Dat is toch heel verrassend. Ook bij de 15.000 meest gestreamde nummers zie je dat het marktaandeel heel laag is: 8,2 procent tegenover een stijging op wereldniveau van 18 procent. Je zit daar dus wel met een heel groot probleem dat ook zijn consequentie heeft op andere inkomstenbronnen.
En dan wat Spotify betreft, is er gelukkig – na heel wat gelobby vanuit de muziekindustrie zelf – opnieuw iemand aangeworven voor België. Die zal inderdaad een dubbele opdracht hebben, zowel in Wallonië als in Vlaanderen, om playlists aan te maken. Die playlists zijn goed om specifieke niches te volgen, om je daarop te abonneren. Als je je bijvoorbeeld hebt geabonneerd op etnojazz in België, krijg je het nieuwe album van Black Flower. Op die manier is het ook wel handig om nieuw talent te ontdekken. Dan heb je ook playlists die specifiek Belgische of Vlaamse muziek kunnen ontdekken. Ik ben blij dat daar iemand wordt aangenomen met wie de sector in gesprek kan gaan, misschien daarheen toegeleid via de minister.
Ik ben getriggerd om nu even uit eigen ervaring te spreken. Ik heb vroeger veel kunnen spelen in Frankrijk, in het voorprogramma van een Waalse band. Die konden dan met mij mee gaan spelen in Nederland, waar ik bekender was. Er is, zeker in de alternatieve muziek, wel een belgitude, waarbij we elkaar kunnen versterken. Het is vooral het medialandschap dat natuurlijk door de taal het ene meer belicht dan het andere. In Brussel, en u bent ook minister van Brussel, zie je dat er meer linken zijn tussen een Zwangere Guy en een Angèle of een Damso. Dan is er meer kruisbestuiving.
Nogmaals, voor mij is het heel belangrijk dat Spotify die vacature invult en dat we daarmee verder aan de slag gaan. Ik ben ook heel blij te horen dat we met de nieuwe beheersovereenkomst van VRT verder de aandacht op muziek kunnen vestigen.
—————————————————————
COMMISSIE SPORT /// Vraag om uitleg over het menstruatiewelzijn in de sport - 5 februari 2025 (volledig verslag lees je hier)
Voorzitter, minister, collega’s, menstrueren is nog steeds een taboe in onze samenleving, ook in het sporten. 75 procent van de sportende vrouwen en meisjes geeft aan het moeilijk te vinden om binnen hun sportcontext vrijuit over hun menstruatie te praten.
Daarom lanceert Rebelle, in samenwerking met VRT, op 1 februari een campagne rond menstruatiewelzijn in sport. De bedoeling is om het taboe te doorbreken, zodat iedereen op elk moment, zonder drempels, voluit kan sporten. Ze doen de campagne via een tv-spotje om te sensibiliseren, maar ook door langs te gaan bij de lokale sportclubs voor een vorming.
Minister, hoe evalueert u deze campagne en hoe staat u hiertegenover?
Hoe wilt u via uw sportbeleid het menstruatiewelzijn in de sport voor vrouwen en meisjes verhogen? Op welke manier kunnen de drempels worden weggenomen, zodat de vrouwen op elk moment in de maand vrij kunnen sporten zonder al te veel zorgen?
—————————————————————-
COMMISSIE SPORT /// Tussenkomst over het WK wielrennen in Rwanda - 5 februari 2025 (volledig verslag lees je hier)
“Ook bij Vooruit zijn we bezorgd over de situatie. Het is belangrijk om de situatie op te volgen, zodat de lijnen daar openblijven naar de verschillende niveaus. Zoals collega Bultinck zei: de veiligheid staat voorop. Voor de atleten en de organisatoren. Golazo organiseert daar een deel van het evenementiële luik. De veiligheid van de mensen die daar aanwezig zijn is belangrijk. Wij vinden het heel belangrijk dat die opvolging gebeurt en dat die lijnen open zijn. Binnen een maand vindt daar de Tour van Rwanda plaats, ook vlakbij het conflictgebied. Dan zal er waarschijnlijk ook wel een opvolging zijn. Minister, blijf in contact met de federaties, met de UCI en ook met het federale niveau, om dit op te volgen in functie van de veiligheid van onze atleten.”
—————————————————————-
COMMISSIE ECONOMIE / WERK … /// Mijn vraag over de leefbaarheid van de festivalsector - 29 januari (het volledige verslag lees je hier)
Minister-president, het is fijn om elkaar na dertig jaar nog eens terug te zien op een andere plaats dan het Don Boscocollege in Zwijnaarde, waar we samen les gevolgd hebben. We waren toen al bezig met het thema festivals; ik denk dat het festival op onze school Dadarock heette.
België is gekend als een festivalland: heel de zomer lang zijn er in elk deel van ons land festivals. Alleen al in Vlaanderen zijn het er meer dan vierhonderd. Dat geeft niet alleen een boost aan onze muzieksector, aan het sociale leven – we hadden het zonet nog over het samenbrengen van mensen in bruisende dorpskernen – maar ook aan onze economie. De impact op de jobmogelijkheden is gigantisch. 14 procent van alle zelfstandigen is werkzaam in de creatieve sector, waartoe de eventsector behoort. Ik denk daarbij aan podiumbouwers en technici, aan de leveranciers van podia en geluid maar ook aan de catering, die een boost geeft aan de lokale economie. Ik denk ook aan lokale scoutsgroepen of de vele andere vrijwilligers die meewerken aan de opstart van een festival, dat later mogelijk kan doorgroeien tot een middelgroot festival.
Het is nog maar eind januari, maar we hebben in de pers helaas al berichten gelezen dat een aantal van die middelgrote festivals ermee willen stoppen of een jaartje zullen overslaan. Uit een studie van het muziekblad IQ Magazine blijkt dat de grote struikelblokken voor festivalorganisatoren in Europa vooral financieel van aard zijn. Twee op de drie organisatoren ligt wakker van de stijgende kosten, bijvoorbeeld kosten op het vlak van veiligheid, energie en productie, maar ook van stijgende personeelskosten wegens de bijkomende regelgeving. Ik denk dat het hier in verschillende commissies over de bijkomende regels gaat, die hun impact hebben op de personeelskosten.
Voor vele kleinere festivals, waar meestal in een vrijwillig statuut gewerkt wordt, zorgt dat voor ontmoediging. Een aantal organisaties trekken dan ook terecht aan de alarmbel. Ook grotere festivals voelen de impact. Ze hebben ook een grotere financiële buffer nodig, ook wegens andere factoren, die de Vlaamse Regering natuurlijk niet in de hand heeft, zoals het klimaat. Een slechte zomer, met veel regenval of een hittegolf, kan ervoor zorgen dat het publiek wegblijft. Dat risico, dat de organisator zelf draagt, moet natuurlijk meegenomen worden in de begroting.
Het nieuws dat vele festivals ermee ophouden, is verontrustend. Daarom ben ik in deze commissie en heb ik de volgende vragen aan u, minister-president.
Hebt u zicht op de economische meerwaarde van de festivalsector in Vlaanderen in het algemeen?
Hoe schat u het effect in op de werkmogelijkheden binnen de sector – van muzikanten tot technici – van het wegvallen van verschillende festivals? Wat is daarvan de impact?
Op welke manier kunt u vanuit Vlaanderen de festivalsector beter ondersteunen en bepaalde drempels wegwerken?
———————————————————-
COMMISSIE MEDIA /// Mijn tussenkomst over de uitdagingen op het vlak van AI en desinformatie - 23 januari 2025 (volledig verslag lees je hier)
Mijn collega's hebben het hier inderdaad al eerder over gehad. Ik ben blij dat de minister ook in gesprek gaat met de sector over AI. Ik zal altijd de rol van de maker blijven belichten. Onlangs zag ik een cijfer dat mij zorgen baarde: 70 procent van alle data die gebruikt wordt in op video gebaseerde AI-modellen is afkomstig van YouTube. Dat betekent dat veel van onze privé-uploads, waaronder mijn eigen videoclips, robots gaan leren hoe ze filmpjes moeten maken. Dat kan leiden tot veel jobverlies en heeft invloed op auteursrechten, waar we het ook al over hebben gehad. Een studie zegt dat we maar liefst 28 procent van ons inkomen in de brede creatieve sector zouden verliezen door concurrentie met AI.
Aan de vooravond van de Week van de Belgische Muziek is het belangrijk dat onze sector hoort dat u in gesprek gaat. Ik ben blij om te constateren dat dat het geval is.
Het maken van cartoons, een ander beroep in onze sector, kwam vorige week aan bod. Twee cartoons van Kamagurka en Lectrr zijn gecensureerd door Meta. Ik ben blij dat u in gesprek gaat met de afgevaardigde van Meta hier in België, maar misschien moet daar ook gevraagd worden wat het verschil is tussen factchecking en censuur. Het is goed dat we daar de nadruk op leggen, maar het lijkt mij meer censuur dan factchecking.
Mijn bezorgdheid gaat uit naar de makers, maar daarover heb ik al voldoende antwoord gekregen van de minister. Ik hoop dat de cartoonisten ook in gesprek kunnen gaan. Er is een internationaal platform van cartoonisten genaamd Cartooning for Peace, die bezorgd zijn om hun vrije meningsuiting.
Minister, bedankt voor uw inspanningen.
—————————————————————————
COMMISSIE SPORT /// Tussenkomst over het ontwerp van decreet over de subsidiëring als tegemoetkoming in de bouw en exploitatie van nieuwe publieke zwembaden - 29 januari 2025 (volledig verslag lees je hier)
“Frederik Sioen is blij met het ontwerp van decreet en met de manier waarop de commissie het in de diepte behandelt, een aanpak die de democratie alleen ten goede kan komen.
Vooruit hecht veel belang aan mentaal welzijn, waarbij mensen ook moeten kunnen sporten en in hun nabijheid zwemwater moeten vinden. Het ontwerp van decreet maakt dan ook terecht melding van integrale toegankelijkheid. De betaalbaarheid en nabijheid van zwemwater zullen ook zorgen voor betere talentdetectie voor topsport.
Uit de hoorzitting is de nood aan blijvende dialoog met de sector naar voren geko- men. Frederik Sioen vraagt de minister om dat te doen met de lokale besturen, die soms over de streep moeten worden getrokken. In welke monitoring en evaluatie voorziet de minister? Zullen er bijsturingen mogelijk blijven?”
—————————————————————-
COMMISSIE SPORT /// Mijn tussenkomst over het verder stimuleren van g-sport - 8 januari 2025 (volledig verslag lees je hier)
Ik vind het heel aangenaam en super om te horen dat zoveel mensen hier in deze commissie begaan zijn met de g-sport. Ik wil vanuit onze fractie onderschrijven dat we die aandacht daarop moeten vestigen en dat we mee moeten bouwen aan dat beleid. Er zijn heel wat zaken gezegd. Ik heb het geluk gehad om zelf eens ambassadeur te mogen zijn voor Team Belgium bij de Paralympics. Ik heb dus ook gezien wat de kracht is van rolmodellen en hoe specifiek dat kan zijn.
Ik onderschrijf ook wat de minister zegt rond zoveel mogelijk meedraaien in de reguliere werking, maar dan moet het ook toegankelijk zijn. Er worden natuurlijk al veel stappen genomen inzake infrastructuur, qua toegankelijkheid. Als ik nu hoor dat mobiliteit ook op de agenda staat, kan ik dat alleen maar toejuichen. Maar veel van de mensen die ik ken in een rolstoel zijn ook ontmoedigd door het gebrek aan infrastructuur van de wegen. Ik denk dat dat ook iets is dat we moeten meenemen als er wordt gesproken met de lokale overheden. De weg naar de sportinfrastructuur is natuurlijk superbelangrijk. Ook in de cultuursector merk ik dat. Veel mensen worden ontmoedigd omdat er weer voetpaden openliggen of niet toegankelijk zijn – in een middeleeuwse stad liggen bijvoorbeeld nog veel kasseien. Ik denk dat de weg naar de sportinfrastructuur ook iets belangrijks is om die mensen niet te ontmoedigen.
Ik ben ook blij dat de communicatie meegenomen wordt. Ik denk ook dat de communicatie binnen de sportinfrastructuur zelf begrijpbaar moet zijn. We hebben dat ook gelezen op de website van Sport Vlaanderen. De communicatie moet op maat zijn. Ik heb geen bijkomende vragen, maar ik wilde gewoon de bezorgdheid van iedereen hier extra in de verf zetten vanuit onze fractie.
—————————————————————-
COMMISSIE MEDIA /// Mijn tussenkomst over het ontwerp van decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2025 - 12 december 2024 (volledig verslag lees je HIER)
Frederik Sioen gaat nog even in op de impact van AI op de mediasector, en meer specifiek op de makers. Net als eerdere technologische revoluties kan AI enorme efficiëntiewinsten opleveren en het leven en werk in de maatschappij transforme- ren. Contentmakers benutten de nieuwe technologie voor nieuwe creatieve ideeën en kunstvormen. Dat zijn argumenten om AI te omarmen, maar een dergelijk beleid moet zich goed bewust zijn van de consequenties. De grijze zone is erg breed. De overheid moet het fenomeen goed leren kennen, met betrekking tot zowel de brede maatschappij als de mediaorganisaties en makers. Uit die kennis moet ze dan de juiste beschermingsmaatregelen puren.
De artistieke sector zendt alarmerende berichten uit, over faire vergoedingen maar ook over het loutere voortbestaan van de job. Muziek bij reclameboodschappen komt recht uit de AI-toepassing zodat er geen componist of musicus meer aan te pas hoeft te komen. ABRACA, de organisatie van animatiefilmmakers, vreest voor de toekomst van dat beroep. Fotografen kampen met het probleem dat echte en artificiële beelden nog amper van elkaar te onderscheiden is. Interpol verwacht dat in 2026 90 liefst procent van de onlinecontent fake zal zijn. Anno 2024 is het hoog tijd om een beleid te ontwikkelen.
Jonge makers in opleiding leren mogelijk een vak dat binnen enkele jaren niet meer zal bestaan. Op het vlak van de auteursrechten dreigt datascraping. In de enorme databank waaruit AI kan putten, komen massa’s werken van makers te- recht. De federale overheid moet een antwoord bieden op de vraag hoe ze hun werk kunnen beschermen.
Frederik Sioen is blij dat de beleidsnota het thema aankaart en dat de minister plannen heeft om het op het Europese forum te behartigen. Het Vlaams Beleidsplan Artificiële Intelligentie dateert van 2019 en is aan een opfrissing toe.
De ministers Diependaele en Van Achter zullen samen een visienota opstellen over de entertainmenttechnologie. Wat wordt de timing? Bevestigt minister Van Achter de urgentie van de problematiek? Welk overleg zal ze voeren met de sector, de beheersmaatschappijen, het VAF en de makers?
—————————————————————————-
COMMISSIE SPORT /// Mijn tussenkomst over het ontwerp van decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2025 - 12 december 2024 (lees het volledige verslag HIER)
Frederik Sioen vindt in de beleidsnota tot zijn tevredenheid een link naar de sociaal-sportieve praktijk. Gent beschikt daarin met de KAA Gent Foundation over een heel mooi voorbeeld. Zelfs op Europees niveau is het een best practice. Het com- missielid suggereert een werkbezoek aan die stichting. De ervaring van andere sociaal-sportieve initiatieven is echter dat ze niet erg vlot toegang vinden tot professionele clubs. Gent Basketbal is een voorbeeld, net als Sportaround met Abdi Bashir en de vele initiatieven rond urban culture als skaten en hiphop. Ze creëren nochtans een weelderig landschap, dat de nodige links kan leggen met wijkregisseurs, welzijnswerkers, culturele organisaties en straathoekwerkers. Ze helpen elkaar om kwetsbare groepen te bereiken. “We investeren extra in een beleid dat sportfederaties en -clubs stimuleert om laagdrempelig in te zetten op sociaal-sportieve praktijken”, leest Frederik Sioen in de beleidsnota. Hoe wil minister De Ridder de professionele clubs erbij betrekken en aan het netwerk linken? De Universiteit Gent beschikt over een leerstoel over sociaal-sportieve praktijken. Die heeft de noden en behoeften in kaart gebracht en kan nuttige kennis aanleveren over een geconnecteerd intersectoraal beleid, suggereert het commissielid.
Karim Bachar en Frederik Sioen hadden vragen over het kansengroepenbeleid en de sociaal-sportieve praktijk. Op dat vlak steunt het Vlaamse beleid op twee pijlers. De eerste is de financiële ondersteuning van federaties uit de beleidsfocus kansen- groepen om clubs te stimuleren en te versterken in hun sociaal-sportieve werking. Het woord ‘werking’ staat daarin centraal. De steun kan vasthangen aan een sport- club die zichzelf al dan niet uitdrukkelijk als een sociaal-sportieve praktijk profi- leert. Een dergelijk aspect zou immers in alle clubs aanwezig moeten zijn. De tweede pijler is de ondersteuning van het netwerk van sociaal-sportieve praktijken door uitwisseling en best practices te stimuleren. Voor minister De Ridder moet iedereen in dit streven worden betrokken en zijn sportclubs idealiter een doorsnee van de samenleving. In de ene sportclub is dat al wat meer het geval dan in de andere. Fitnesscentra zijn een goed voorbeeld. Sommige clubs zijn wat volkser en hebben het gemakkelijker om een doorsnee van de samenleving te vormen dan clubs die een specifieke niche bedienen.
Frederik Sioen is net als Philippe Muyters blij met de erkenning door de VDAB van vrijwilligersinzet als opstap naar werk, onder meer voor nieuwkomers. De beleids- nota vermeldt ook een samenwerking met het Agentschap voor Samenwerking en Inburgering. Het commissielid treedt bij zijn fietsclub op als buddy van een Eritrese vluchteling. Die blijkt zo getalenteerd dat hij naar een club op een hoger niveau zal overstappen, maar clubs blijken niet erg goed te weten hoe ze met nieuwko- mers of vluchtelingen moeten omgaan. Soms is er wat extra nodig om die mensen goed in de groep te integreren. Sport Vlaanderen geeft daarover wel enige infor- matie op zijn website, maar Frederik Sioen vraagt dat de organisatie de clubs goed zou begeleiden op dat vlak. Mechelen zal in 2025 als eerste Belgische stad Europees Vrijwilligershoofdstad worden. Daar zou de commissie de nodige aandacht voor mogen hebben, met bijvoorbeeld een werkbezoek.
————————————
COMMISSIE CULTUUR /// Mijn tussenkomst over het ontwerp van decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2025 - 12 december 2024 (volledig verslag lees je HIER)
Frederik Sioen benadrukt de rol van de maker. Een betere omgeving voor de cultuurwerkers is van belang voor een betere beleving en toegankelijkheid voor het publiek. Kunstenaars zorgen immers voor verbeelding en verbinding. Steun is nodig, vanaf het dko tot de School of Arts en de hogescholen, en vanaf de eerste stappen van de carrière tot de internationale doorbraak. Het commissielid is dan ook blij omdat de Vlaamse Regering opnieuw het vertrouwen in de kunstenaar en in de brede culturele sectoren uitspreekt. Ze doet dat niet alleen op financieel vlak, maar ook met betrokkenheid. Voorts staat de regering de nodige autonomie toe, zodat cultuur opnieuw van onderuit kan komen. De spreker vindt het goed dat het gesprek met de sector wordt opgestart, onder meer met de lokale kunstoverleginitiatieven en hun fijnmazige netwerk.
Frederik Sioen gaat dan in op het welzijn van de kunstenaar. Passie werkt soms verraderlijk. Cultuurwerkers en artiesten kloppen uit enthousiasme vele uren. Daartegenover staat niet altijd het juiste loon, met soms burn-out en langdurige ziekte als gevolg. Het lid pleit voor een versterking van het personeelsbeleid in de sector. Cultuurwerkers hebben daar te weinig tijd voor. Dat de werkingsmiddelen worden geïndexeerd, is een goede stap, maar sowieso is een betere omkadering nodig. Frederik Sioen is fan van de passus in de beleidsnota over het solidariteits- model. Daarin pleit minister Gennez voor: samenwerking in plaats van onderlinge competitie; een betere omkadering; een eerlijke verloning en vergoeding; en een gelijke behandeling en transparante financiering van de cultuursector. Ook de kor- date aanpak van discriminatie en alle vormen van grensoverschrijdend gedrag hoort hier thuis. Het lid vraagt de minister meer uitleg over dat solidariteitsmodel.
Vooruit kijkt ook uit naar het transversale diversiteits- en toegankelijkheidsbeleid met Welzijn en Armoedebestrijding.
De UiTPAS is een noodzakelijk instrument, maar cultuur moet iedereen aanspre- ken, jong en oud, in de steden en in de gemeenten. De rol van bibliotheken en culturele centra is belangrijk, maar ook open cultuurhuizen kunnen daartoe bijdra- gen. Dat geldt ook voor andere beleidsdomeinen: Onderwijs voor cultuureducatie en de Brede School; Jeugd voor infrastructuur en gedeeld ruimtegebruik; Media voor audiovisuele kunsten, digitale transformatie en artificiële intelligentie. Cross- sectorale samenwerkingen zijn noodzakelijk. Vooruit kijkt uit naar die synergie en zal er mee vorm aan geven.
——————————————————————————
COMMISSIE JEUGD /// Mijn tussenkomst over het ontwerp van decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2025 - 12 december 2024 (volledig verslag lees je HIER)
Frederik Sioen somt de speerpunten van Vooruit voor het jeugdbeleid op: diversiteit, iedereen bereiken, laagdrempeligheid, jeugdinfrastructuur, mentaal welzijn en kinderrechten.
Sommige groepen kinderen en jongeren worden door het traditionele jeugdwerk te weinig of zelfs niet bereikt. Hoe wil de minister ervoor zorgen dat ook die groe- pen van een vorm van jeugdwerk kunnen genieten? Denkt de minister eraan het traditionele jeugdwerk inclusiever te maken of bottom-up initiatieven op maat van de jongeren te ondersteunen? Voor sommige jongeren is deelname moeilijk omdat er thuis geen geld voor is. Hoe zal de minister erover waken dat het jeugdwerk en de vrije tijd van kinderen en jongeren betaalbaar blijft?
De Vlaamse jeugdinfrastructuur is in slechte staat, blijkt ook uit het jeugdlokalonderzoek van 2022. De minister zal werken aan een masterplan Jeugdinfrastructuur in samenwerking met Cultuur. Wat is de timing en hoe zal die samenwerking vorm krijgen?
Het beleidsdomein beslaat niet alleen het jeugdwerk, maar gaat over alle kinderen en jongeren: over hun rechten als kind of jongere in de samenleving. De uitdagingen op het vlak van sociale media, constant geconnecteerd zijn, fake news, de klimaatproblematiek, oorlog, enzovoort hebben een grote invloed op het welzijn van de kinderen en jongeren van vandaag. Hoe zal de minister die uitdagingen aanpakken?
Ook andere beleidsdomeinen als Wonen, Onderwijs, Welzijn, Sport, Mobiliteit enzovoort hebben een grote impact op kinderen en jongeren. Een belangrijk instrument om beleidsoverschrijdend te werken is het JKP. Welke rollen ziet de minister van Jeugd in de uitvoering daarvan voor respectievelijk de andere Vlaamse ministers, het jeugdwerk en de lokale besturen?
Frederik Sioen nodigt de parlementsleden uit op het afscheidsfeest van Gent als jongerenhoofdstad van Europa. Hij suggereert het parlement en het kabinet om de komende evaluatie van dat programma te bekijken.
————————————————————-
COMMISSIE CULTUUR /// Mijn tussenkomst over de autonomie van culturele organisaties - 12 december 2024 - volledig verslag lees je HIER
Ik wist niet dat Filip Dewinter ook al een artiest was en dus de vrijheid moest hebben op het podium. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
De kunstinstellingen die de brief hebben ondertekend, doen dat in het kader van een Europees verhaal, maar het is duidelijk dat er lokaal toch ook wel bezorgdheden zijn. De jongste jaren heb ik zelf ook veel signalen gekregen uit de sector, niet alleen van de grote instellingen en uit de steden, maar ook van kleinere organisaties lokaal, dat er vragen worden gesteld over artistieke uitwerking, programmatie, communicatie, medewerking aan bepaalde burgerinitiatieven en zo. Soms is dat zeer expliciet, soms pikken de media dat op, maar soms is dat ook heel subtiel, en ook als het heel subtiel is, kan dat zeer intimiderend overkomen voor die organisaties, kan dat zeer stigmatiserend zijn, niet alleen voor de kunstenaars en de artiesten, maar ook voor de mensen van de artistieke leiding, de directeurs.
Ik ondersteun natuurlijk de oproep van onze minister: als we willen dat de sector wordt vertrouwd en dat dat vertrouwen wordt uitgestraald, dan moeten we die beschermen. Als die organisaties en artiesten, die natuurlijk midden in de samenleving staan, ook met de problematieken van de samenleving aan de slag gaan, dan is het belangrijk dat zij ook kritisch kunnen zijn. We willen dat het open huizen zijn, waar mensen kunnen binnen- en buitenlopen. We hebben het hier vaak gehad over gedeelde ruimtes. Als dat een deel wordt van het publieke debat, moeten ze natuurlijk ook wel de vrijheid hebben om daar te programmeren, om te kunnen zeggen wat ze willen, om te communiceren en om deel te zijn van die samenleving. Ik ondersteun dus ook alles wat hier werd gezegd, ook over het regeerakkoord en de autonomie van onze sector.