Mijn speech op de KICK OFF van mijn campagne 'S10EN' (04/09)

Dank aan Bar Lume om mij hier te ontvangen. Het sprak voor zich dat ik mijn campagne in een wijs muziekcafé zou starten. Merci ook aan alle aanwezigen en aan zij die mij vanavond vanop een afstand steunen. Ik had pas deze namiddag door, dat er een speechke van mij verwacht werd. Alle begin is natuurlijk wennen, maar een artiest is van nature gelukkig een flexibel wezen.

Voor mijn woordje licht ik graag een paar zaken toe uit ons programma. En ik start met een thema dat mij nauw aan het hart ligt en ook één van de grootste pijnpunten in Gent is: Betaalbaar wonen.

Waarom begin ik hiermee? Omdat ik tijdens de organisatie van De Armste Week (samenwerking tussen cultuur en armoedeorganisaties) gemerkt heb, hoe schrijnend de situatie soms is. We beseffen niet hoeveel armoede er is in onze geliefde stad. ‘Betaalbaar wonen’ is niet alleen een probleem voor de lage middenklasse of voor alleenstaanden, voor jongeren of voor ouderen, maar ook en vooral voor mensen die überhaupt geen dak boven hun hoofd hebben. Voor hen is het een verre droom.

Ook voor collega-artiesten is het geen evidentie om een betaalbare woning te vinden, laat staan om een ruimte te vinden waar we kunnen werken. Als we willen dat onze stad blijft bruisen, dan moeten we er dus ook voor zorgen dat we niet persé met Zelzate of Ronse moeten fuseren omdat onze Gentse artiesten daar zijn gaan wonen. Laat ons vasthouden aan ons plan, en starten met de annexatie van de Flora.

Neen, serieus… Ik ben verheugd dat we binnen onze nieuwe samenwerking tussen socialisten en liberalen, die bezorgdheid rond betaalbaar wonen delen. Daarom staan er in ons programma vele handvatten om hier iets aan te doen. Daarom streven we naar 20% sociale woningen. Daarom willen we een Woonpact sluiten met alle publieke en private partners. Daarom willen we 100 nieuwe wooneenheden voor dak- en thuislozen of alternatieve woonvormen stimuleren. Daarom willen we inzetten op Housing First of het ROOF-plan samen met andere Europese steden.

Betaalbaar wonen is, zoals de Gentenaar in het referendum heeft aangegeven, uiterst belangrijk. Maar ook het streven naar een dak boven iedereen zijn hoofd, moet een prioriteit zijn. Onze inspanningen hiervoor kunnen niet groot genoeg zijn.

Mijn tweede strijdpunt is toegankelijkheid.

Toegankelijkheid is voor mij de belangrijkste waarde, naast gelijkheid. Niet alleen moeten onze culturele infrastructuren toegankelijk worden, maar elk gebouw dat een sociale voorziening heeft, zoals dit café bijvoorbeeld, en ook onze publieke ruimte moet opnieuw ingericht worden. Om fysieke drempels weg te werken met een ‘Masterplan Toegankelijkheid’, met bredere voetpaden, betere mobiliteit en openbaar vervoer, maar toegankelijkheid is ook een attitude. Het is een basiswaarde om met elkaar in dialoog te gaan. Het is het eerste waar we aan moeten denken als we nieuwe systemen inrichten. Toegankelijkheid moet het uitgangspunt zijn, de start om inclusief te communiceren, om wantrouwen weg te werken, en om de superdiversiteit binnen onze samenleving te erkennen. Deze week nog verscheen er een artikel in de krant dat leerlingen beter presteren in scholen waar die superdiversiteit omarmd wordt. Dat lijkt voor mij de enige juiste weg.

Toegankelijkheid betekent ook dat we nieuwkomers nog beter moeten ontvangen, en hen moeten helpen om door te stromen naar de arbeidsmarkt en een breder netwerk. We hebben nieuwkomers nodig in onze bedrijven, in de haven, in de zorg, voor onze ouderen, in ons onderwijs, … maar niet alleen voor de knelpuntberoepen maken ze een verschil. Dat is de perceptie ten aanzien van nieuwkomers. Zolang ze maar goed zijn voor onze economie, en zich integreren. Maar niet alleen zijn nieuwkomers vaak hooggeschoold, ze openen ook onze ogen als we in dialoog gaan, net omdat ze vanuit een andere cultuur naar onze stad kijken. Profiteer ervan dat ze ons een spiegel voorhouden terwijl we naar onze navel aan het staren zijn. Het is toch fantastisch dat de wereld naar Gent komt? Dat we niet in een vergeten hoek wonen, waar niets te beleven valt? Waar geen uitwisseling met andere culturen mogelijk is? Wel, wees dankbaar, profiteer ervan. Sta open voor zij die je niet kent. Leer van elkaar.

Ik ben zelf buddy van Iseyas, een Eritrese vluchteling van 18 jaar, die ik via Fedasil op de Renoboot leerde kennen. Zijn begeleiders vroegen mij om met hem te gaan fietsen. Anderhalf jaar later kunnen we Iseyas niet meer bijhouden. Hij is onze wielerclub Spaak&Spier al ontgroeid, en rijdt nu wedstrijden van 120km aan 44km/uur. Hij traint als geen ander, leert vlot Nederlands, studeert carrosserie, woont sinds kort zelfstandig en bovenal: hij heeft nu een netwerk van 60 coureurs van onze club die hem hier en daar helpen. Met wat papierwerk, de verhuis van een zetel, het vervoer naar een wielerwedstrijd. Dat ene telefoontje van Fedasil, dat ene steentje in het water, zorgde voor een versnelling van zijn integratie, maar zorgde ook dat wij als groep nog beter aan elkaar hangen. Dankzij Iseyas. We zijn nederig omdat we zijn verhaal leerden kennen. We begrijpen nu iets meer, hoe moeilijk het moet zijn om als minderjarige vluchteling hier terecht te komen.

Met die toegankelijkheid of die openheid en attitude, die goesting, dat netwerk en met die waarden, creëren we een “Space of Belonging”, een diverse en gastvrije stad waar iedereen welkom is en zich thuis kan voelen. Waar ieder zich kan ontwikkelen. En waar iedereen tenminste één iemand heeft om iets te vragen of te bellen als iets niet lukt. Waar niemand niet geconnecteerd is. Dat moet het doel zijn.

VOOR GENT is ook voor kinderopvang en voor onderwijs met gelijke kansen voor iedereen. Het is schrijnend om te lezen hoeveel arbeidskrachten we missen in deze sectoren. Als we deel zijn van het toekomstig stadsbestuur, moeten we onze ’toekomst’ -onze jongeren en zij die werken in de kinderopvang en de scholen- maximaal ondersteunen. Met bijzondere aandacht voor technisch en beroepsonderwijs en met extra gevoeligheid voor jongeren die kampen met mentale problemen. Zodat deze generatie ook kan doorgroeien tot volwaardige stadsmakers. Zodat ze, uit dankbaarheid voor het ecosysteem dat we hebben gecreëerd, maatschappelijk willen ondernemen, en iets willen teruggeven aan deze stad. Of dat jongeren later zelf voor de klas gaan staan.

Laat Gent als Europese Jongerenhoofdstad 2024 dan ook een aanzet zijn om elk jaar Jongerenhoofdstad te zijn. We moeten jongeren meer betrekken bij beslissingen, in onze raden van besturen, in ons stadhuis… . We willen een kindercollege met meer inspraak voor jongeren in de politiek. Ik herinner me de ‘Jeugdburgemeester’ tijdens ons festival ‘Wilde Mannen, Woeste Wijven’. Laten we de sleutel uit handen geven, vanuit vertrouwen ten aanzien van de jongeren. Maar om dezelfde reden… We kunnen zoveel leren van elkaar. Jong en oud samen, intergenerationeel!

En met dit bruggetje maak ik de link naar een ander speerpunt uit ons programma: minder regels en meer vertrouwen. Minder betutteling, minder met het vingertje. Meer gelijkwaardigheid. Met een attitude als stad om zoveel mogelijk, mogelijk te maken. Zodat we mensen niet ontmoedigen, en overladen met administratie en vergunningen, of met boetes die ook met een waarschuwing kunnen vermeden worden. De ‘versimpelaar’ is nu al een codewoord binnen ons team van Voor Gent. Regels durven afschaffen en systemen eenvoudiger en leesbaar maken. Daar wil toch iedereen voor tekenen?

Het gevoel dat we moeten versterken binnen onze stadsdiensten, ten aanzien van iedereen die wil ondernemen of een wijs initiatief wil nemen, is dat de Stad dankbaar is. Dat mensen ontvangen worden met een glimlach. Dat we de mensen als het ware een stuk taart of een eclairke aanbieden als ze langskomen op ’t Stadhuis. Ik heb bij de vorige verkiezing mijn ronde gedaan in kleinere steden in Oost-Vlaanderen en daar zijn ze jaloers op al die goesting in Gent. Daar smeken ze dat mensen iets organiseren, dat er meer vrijwilligers opstaan, dat er meer jongeren de handen uit de mouwen steken, zoals bij ons vanuit de ‘commons’, het verenigingsleven en het middenveld, dat er meer van onderuit van alles wordt georganiseerd. Zij die de stad willen veranderen MOETEN we met open armen ontvangen. We moeten iedereen duidelijk maken dat we de weg willen wijzen, dat we zelf ook meer mogelijk willen maken, dat de kloof tussen overheid en burger klein is in Gent, en dat we de goesting om te ondernemen willen aanwakkeren.

En daarom, met een voorbeeld vanuit ons hoofdstuk ‘Bruisende stad' als volgend speerpunt, willen we een loket voor Gents Engagement én een fysiek bemand loket voor evenementen, waar zowel burgers als organisatoren kunnen langsgaan om geholpen te worden. Als wegwijzer binnen het kluwen van mogelijkheden. Hoe, wat, waar, wanneer kan ik iets organiseren? Of het nu om een evenement voor jeugd is, sport, cultuur, nightlife, … een buurtfeest of een speelstraat. Wij zetten u als stad nog meer op weg, en werken over de muren van de diensten samen aan een gedeeld project. Zo zorgen we ervoor dat Gent bruist en bougeert. Zalig toch?

En daarom ook is een project als ‘Gent als culturele hoofdstad van Europa in 2030’ zo belangrijk. Er valt nog enorme progressie te maken door vanuit cultuur vele cross-sectorale samenwerkingen op te zetten. Als medicijn tegen polarisatie, als verbinders tussen sleutelfiguren in organisaties en onze vele vrijwilligers. Van onze armoedeorganisaties tot onze grootste bedrijven. Van straathoekwerkers tot CEO’s. Van diep in de nerven van de wijken, tot de grote takken in de haven. Niet iedereen op zijn eiland, maar minstens een schiereiland zoals Muide-Meulestede, met bruggen langs verschillende kanten. Die dan hopelijk wel niet catché zijn natuurlijk.

Met een cultuursector die zijn rug recht en na corona terug in ’t midden van de samenleving gaat staan, tussen de mensen. Waarbij we van deur tot deur gaan als troubadours met de kracht van verbeelding op zak. Maar waarbij we ook met onze creatieve voelsprieten blootleggen waar het schuurt in Gent, waar het pijn doet. Om vervolgens, aan degenen die willen, de hand uit te reiken, en te vragen om er samen iets aan te doen. Zo bouwen we aan een leefbare en bruisende stad, met internationale uitstraling als verticale lijn, en met een breed maatschappelijk draagvlak als horizontale lijn. Vanuit openheid en transparantie, met een gevoeligheid naar elkaar toe en vanuit een gedeelde kwetsbaarheid en wederzijds vertrouwen.

Zo bouwen we aan een HOGE EMPATHIE ZONE. Dus spreek voortaan niet alleen van de LEZ, maar spreek over de HEZ. Zo zorgen we ervoor dat iedereen mee is. Iedereen Gentenaar!

Ik ben er klaar voor, ik zie het zitten. Ik heb de moed en de goesting. En dat zie ik ook bij alle kandidaten van VOOR GENT. Laten we klinken op ons fantastisch programma, op ons fantastisch team en laten we er vooral samen een LAP op geven. SANTÉ!

Vorige
Vorige

NEDERIG.

Volgende
Volgende

Stap mee op mijn ‘Tour de Gand’